Jaren geleden, toen we voor het eerst naar Scandinavië gingen, overtuigden we elkaar dat de Zweden-missie pas écht geslaagd was als we in ieder geval een rendier hadden gezien. Zo moeilijk kon het toch niet zijn? Ik bedoel, het land staat erom bekend en overal, maar dan ook echt overal, staan waarschuwingsbordjes langs de kant van de weg. Die gevarendriehoeken. Met een rendier erin geschilderd wat – volgens mij – echt moet betekenen: Pas op! Overstekende rendieren.
Natuurlijk staan die bordjes er om te waarschuwen, maar – net als in Nederland met die borden om te waarschuwen voor overstekende herten – laat een rendier zich niet dwingen om precies op dat moment over te steken als Jan de Hollander voorbij rijdt. En dus reden we heel wat kilometers door het mooie Zweden, maar hadden we bij thuiskomst geen rendier gespot.
Deze zomer vertrokken we voor een maand naar Noorwegen. Eindbestemming: de Noordkaap. We zouden dus echt heel het land doorkruizen, als dát geen mogelijkheid tot het spotten van rendieren zou geven, dan wisten we het ook niet meer.
‘Wat zou je liever zien, een eland of een rendier?’ Die vraag stelden we elkaar regelmatig. Van verschillende Noren in het zuiden van het land hoorden we al dat het behoorlijk lastig is om een eland ergens te ontdekken. Overdag slapen ze en ‘s nachts werden ze wel wat actiever, maar dan was het zaak om diep de bossen in te trekken. Wel beloofden ze dat we echt heel veel rendieren zouden gaan zien. Want hoe noordelijker je komt des te meer rendieren er zijn.
Ik veranderde dus mijn wens om een rendier te ontmoeten in: ik wil graag een eland zien. Hoe uitdagender de wens, hoe leuker ik het vind! En, vulde ik aan, ook graag een orka, een zeearend en een beer. Mijn lief rolde met zijn ogen en zuchtte diep. Hij kent mij. Ik vind het een sport om dingen lastig te maken.
Na ruim een week onderweg te zijn stonden we op een camping waar we een tijd met de eigenaar zaten te praten. We vertelden hem dat we op zoek waren naar elanden. Geamuseerd keek hij ons aan. ‘Ga vanavond maar naar mijn huis,’ raadde hij ons aan. ‘Iedere avond, rond een uur of elf lopen ze mijn achtertuin in.’ Mijn mond viel open. Serieus? Elanden in je achtertuin? Mijn lief lachte mij uit en zei dat de man natuurlijk een grapje maakte. Leuk toch om een paar toeristen in je achtertuin te zien wachten op iets wat waarschijnlijk toch niet komt. Hij zou zich met zijn vrouw bescheuren achter de gordijnen. Kijk ze nou eens staan, stelletje sufferds!
Toch kon ook mijn lief zich niet inhouden en gezien de middernachtzon was slapen sowieso al een uitdaging. Dan konden we net zo goed op elandjacht gaan. Niet met een geweer, maar met een fototoestel. We wandelden dus de aangewezen route naar het huis van de eigenaar en liepen er wat lacherig omheen. Bij een picknicktafel gingen we zitten, fototoestel in de aanslag.
Na een kleine vijf minuten stond mijn lief langzaam op en wees met zijn mond open een bruine schaduw aan in het open veld. Toen ik op de bank ging staan zag ik ze ook. Niet één, niet twee, maar misschien wel zes bij elkaar. Met jonkies! We werden écht niet in de maling genomen. Daar waren ze gewoon. Een een hele kudde.
Ruim een uur later liepen we terug naar de camping, onze lijven gierend van de adrenaline. Hoe langer we daar zaten, des te dichterbij ze kwamen. Het was waanzinnig!
Een paar dagen later reden we van rendierkudde naar rendierkudde. Die konden we dus ook afvinken.
Weer een paar dagen later verbleven we in een Cabin aan de rand van een fjord. Daar zagen we voor onze neuzen de orka’s voorbij zwemmen. Ik ben niet zo heel snel sprakeloos te krijgen, maar zij kregen het voor elkaar. Rustig zwommen ze voorbij ons raam, af en toe lucht happend boven de waterspiegel uit. Om het af te maken vloog in het laatste uur in die hut een zeearend voorbij, in gevecht met een paar meeuwen.
Nu alleen de beer nog. Die heeft zich niet laten zien.
Tóch nog een legitieme reden om terug te gaan naar Noorwegen. 🙂
4 Comments
Sandra
7 november 2022 at 2:58 pmRendieren zagen we al de allereerste keer dat we naar Zweden gingen, maar voor een eland hebben we een paar jaar geduld moeten hebben, maar de laatste keer dat we in Noorwegen waren zagen we 2 elanden op een grijze, regenachtige dag. Orka’s heb ik nog nooit gezien, misschien dat we dus maar
weer een keer terug moeten gaan
Gwennie
8 november 2022 at 8:52 amAltijd excuses blijven zoeken om terug te gaan! 🙂
Helena
14 november 2022 at 11:49 amHeerlijk! Ook de reden om nog een keer terug te gaan 🙂
Gwennie
15 november 2022 at 9:22 amAlle reden! 🙂